afkomst muskuseend

14-03-2014 17:19

Oorsprong en Historiek
De wilde barbarie eend (Cairina moschata sylvestris) of muskuseend vindt zijn oorsprong in Brazilië en had een verspreidingsgebied naar Mexico, Centraal en Zuid-Amerika tot aan de Rio De la Plata in Argentinë.
Archeologische vondsten dateren hun voorkomen op 500 v. Chr.
De wilde muskuseend werd gevangen en gekweekt door de Colombiaanse en Peruviaanse Indianen en hun inmiddels gedomesticeerde nazaten werden overgebracht naar Europa door de Spanjaarden en de Portugezen in de 16de eeuw.
Vandaag zijn er enkel in Colombia en Panama nog wilde muskuseenden te vinden (onderzoek gedaan door Nogueira-Neto 1973)
De gedomesticeerde Barbarie eend ( Cairina moschata domestica) wordt thans gehouden in vele delen van de wereld. Vooral in Noord – Amerika krijgt ze tegenwoordig nogal wat aandacht ook al omdat ze haar verspreidingsgebied noordwaarts verder zet. Het gaat hier om ontsnapte gedomesticeerde dieren die opnieuw verwilderd zijn en in groep foerageren waarbij ze dit jaar ( 2012) tot in Canada zijn waargenomen ter hoogte van Ontario.
Voor een van oorsprong tropisch ras is dit een sterk staaltje van aanpassingsmogelijkheden. De ” wilde muskuseenden ” die men soms op het internet aanbiedt zijn dan ook meer dan waarschijnlijk ” verwilderde exemplaren”.

Ondanks hun wereldwijde verspreiding bleef hun invloed beperkt tot de particuliere kweek en consumptie. In Mexico bevoorbeeld was de kweek van kalkoenen veel belangrijker wat voedselvoorziening betreft. In Zuid-Amerika had de barbarie evenwel geen concurrentie tot de Spanjaarden en de Portugezen er de kip invoerden die de barbarie gaan verdringen omwille van hun grotere eilegcapaciteit.

De barbarie is een rare snuiter en de publieke opinie is zeer zwart-wit. Ofwel roemt men hem voor zijn intelligentie, vriendelijk en vertrouwelijk gedrag en zijn specifieke verschijningsvorm ofwel heeft men hier precies een hekel aan en vindt men het verder maar een agressief en vuil dier, dit laatste omwille hun nogal platte uitwerpselen, die ze ook kunnen produceren bij angst.
Door hun gedrag zijn ze inderdaad een buitenbeentje in de eendenwereld, waarbij ze meer bij het gedrag van de gans dan wel van de eend aanleunen. Zo laten ze het zo typische “ kwaken “ van de eenden achterwege, hun broedtijd is langer dan van enige ander eendensoort ( 35 dagen in plaats van 28 ) en alle gedomesticeerde eenden stammen af van de “ Mallard “ of wilde eend (Anas platyrhynchos), behalve de barbarie. De wilde barbarie komt zoals we reeds zegden uit de Amerikaanse tropen waar ze in boomholtes nestelden terwijl de “gewone “ eend ( Anas platyrhynchos) gedomesticeerd werd in de Oude Wereld uit de op het land foeragerende “ Mallard”. Deze eend die een Eur -Aziatische verspreiding kende was noch bij de Eyptenaren noch bij de Grieken gekend als huisdier maar wel als jachtbuit. Tot in de Middeleeuwen blijven de resten van eend schaars tegenover deze van ganzen en hoenders.
Ze grazen ook net als de gans en brengen minder tijd door op het water dan gelijk welke andere eendensoort. De levensverwachting in het wild is 7 tot 8 jaar maar als huisdier en onder goede omstandigheden kunnen ze 20 jaar worden.

Naamsverwarring

De benaming die aan het dier gegeven werd is misleidend, daar het engelse “ muskovy duck” zou kunnen refereren naar Moskou, waar het niets mee te maken heeft.

Op Wikipedia vond ik een uitleg omtrent de benaming “ muscovi” die mij wel aanspreekt. Het zou als volgt in zijn werk zijn gegaan: tussen de jaren 1550 en 1600 komt de term muscovi duck meer en meer voor en dit zou kunnen te wijten zijn aan de “ Company of Merchant Adventurers to New Lands”.

Zij verhandelden de eend doorheen Europa tijdens die periode. Dit handelsvennootschap ( een genootschap gevormd door investeerders en aandeelhouders met de bedoeling handel, exploratie en kolonisatie mogelijk te maken) kreeg later bekendheid als de Muscovy Company,of Muscovite Company. Het is dan ook zeer aannemelijk dat de eenden die via deze schepen binnenkwamen vernoemd werden naar de maatschappij zoals ook bij andere dieren ( het kalkoen) het geval is geweest. Er zit echter een addertje onder het gras want de Muscovy company had dan wel een bloeiende handelsrelatie met Rusland, maar de muskuseend komt van Zuid – Amerika en daar hadden ze weinig of geen relaties mee.

De Company werd in Londen gesticht in 1551 door R. Chancellor, S. Cabot en Sir H. Willougby. 240 aandeelhouders kochten zich deelbewijzen van elk 25 ponden ze verkregen een koninklijk octrooi van Koning Edward in 1553, waarbij Cabot als gouverneur werd aangesteld . Het doel van dit vennootschap was het zoeken naar nieuwe , noordelijke toegangswegen naar Cathay ( China) en de specerijeneilanden, waar fortuinen te rapen vielen.

De eerste expeditie werd geleid door Willougby  en ze vertrokken met drie schepen vanuit Londen op 11 mei 1553. Tijdens een storm op de Noordzee geraakten de schepen van elkaar verwijderd ( in die tijd zeilschepen) en slechts twee  vaartuigen konden zich herenigingen en verder zeilen naar Nova Zembla. Het andere schip met kapitein Chacellor ging intussen verder langs de Noordkaap en het Kola schiereiland om in augustus 1553 in de Witte Zee terecht te komen.Op 24 augustus werpt Chancellor anker nabij de monding van de Dwina rivier en nam contact op met de plaatselijke Russische bevolking. Terwijl zijn bemanning overwinterd in het hedendaagse Arkhangelsk, gaat Chnacellor over land naar Moskou waar hij door Tsaar Ivan de Verschrikkelijke ontvangen wordt. De beide andere schepen met Willougby keerden terug en trachtten te overwinteren in Lapland waar de complete bemanning kwam te overlijden door gebrek aan eten en onvoldoende bescherming tegen de extreme koude. Chancellor kwam in maart 1554 terug aan bij zijn schip en vaarde terug naar Londen waar hij in de herfst aankwam in het bezit van een brief van de Tsaar aan Koning Edward  waarbij een handelsovereenkomst tussen de twee landen bekrachtigd werd. Hierdoor kreeg de vennootschap de nieuwe naam “ Muscovi Company” in 1555. Nadien leidde dit voorbeeld tot het stichten van nog meer roemruchte vennootschappen als de Levant Company in 1581, the Venice Copany in 1583, East India Company in 1600, Virginia Company in 1609 en de Hudson Bay Company in 1670.

Eigenlijk is het best denkbaar dat in die tijd een dier, van hetwelk men weinig of niets afwist, genoemd werd naar een veraf gelegen exotisch oord. Dit oord had dan meestal wel betrekking op de plaats vanwaar het schip vandaan kwam want de meeste goederen kwamen in die tijd per schip de havens binnen. Denken we hierbij ook maar aan een meer recente benaming als die van “ de Persische kat” dat eigenlijk een kattenras is gefokt in Engeland maar gelijkend op katten komend vanuit  Khorasan ( Perzië) en Ankara ( Turkije) vanwaar de Angora kat afkomstig is.

Er bestaat evenwel nog een andere hypothese namelijk deze van de “ Muisca” een indiaanse natie in het huidige Colombia. De eend komt van oorsprong ook hier voor en het is niet ondenkbaar dat de Indianen ze hebben gevangen en ten dele gedomesticeerd. Het is dan ook best denkbaar dat the term “ Muisca eend “ voor de Europese ontdekkingsreiziger in die tijd, zal geklonken hebben als “ muskus eend”. Ook de Miskito Indianen van de Miskito Kust in Nicaragua en Honduras hadden deze eend als voornaamste eiwitbron en ook hier vinden we een een fonetische verwijzing naar de naam. Misk wordt gemakkelijk musk indien men het enkele keren uitspreekt met een vreemde tongval.

In Brazilië noemt men het dier in het Portugees “ pato do mato” of “ boseend” , wat reeds veel dichter bij de aard van het beestje komt.

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Linnaeus in 1758 in zijn standaardwerk ( in het Latijn geschreven in die tijd) Systema Naturae.

Hierin wordt de soort Anas Moschata genaamd, letterlijk vertaald dus                       “ muskuseend”. Zijn beschrijving bestaat uit een kort maar ondubbelzinnig “ anas… Facie nuda papillosa ..”,  of een eend met een kale kop en wratten. Hij verwijst hierbij naar een vroeger wetenschappelijk werk van Conrad Gessner die in zijn Historiae Animalium de muskuseend vernoemd.  Gessner ( °26/03/1516 – * 13/12/1565) was een Zwitsers zoöloog en botanicus.  Zijn 5delen tellende werk wordt als het beginpunt van de moderne zoölogie beschouwd. Er bestaat een Duitstalige versie van zijn werk, genaamd “ Tierbuch” waarvan een kopie op het internet te vinden is.

Op de pagina waar de muskuseend staat afgebeeld en beschreven is staat de tekst  “ Anas Indica mas. “  Gessner ging er dus terecht vanuit dat dit dier afkomstig was van de West Indies of Caraïbisch gebied tegenover de Golf van Mexico. Een meer uitgebreide beschrijving vinden we bij U. Aldrovandi  ( 11/09/1522 – 4/05/1605 ) die een Italiaanse naturalist was en door Linnaeus als de vader van de natuurlijke historiën wordt beschouwd.

 

Hij maakt reeds een onderscheid tussen de wilde voorouders ( anas cairina ) en de gedomesticeerde soort ( anas indica). Maar even verder maakt ook hij de fout die nog talloze malen zal herhaald worden door diverse benamingen door elkaar te halen die tenslotte op het hetzelfde dier slaan. Zo spreekt hij over de anas libyca, wat zou slaan op de “eend uit Lybië”. In dit stadium wordt dus reeds de link gelegd naar een of ander exotische land, in dit geval Noord Afrika, waar deze eend nochtans niet inheems was. Nog meer koren op de molen door de uitspraken van F. Willughby  ( die de muskuseend bespreekt als de anas moschata en ervan uitgaat dat de anas cairina (  eend van Caïro), anas indica (  eend van de west indies) en anas libyca ( eend van Lybië) zoals ze besproken worden door Aldrovandi  (22 November 1635 – 3 July 1672 was een Engels ornitholoog )  en Gessner hetzelfde dier zijn, hetwelke hij dan de “Guinese eend” noemt en daardoor nog maar een foutieve herkomstbenaming aan de lijst toevoegt. Tot daar mijn betoog omtrent de naamsverwarring en / of ontstaan.

De historische bronnen omtrent de invoer rond de 16de eeuw in Europa zijn nogal verwarrend. Deels omdat men vaak niet het onderscheid maakte tussen de hier reeds aanwezige eendenrassen en de ingevoerde muskuseend. In Duits sprekend Europa werd ze “ Türkische ente” genaamd en in Frankrijk “ Canard de Barbarie” ( La Barbarie was de naam die vroeger gegeven werd aan de regio’s ten westen van Egypte,  dus Marocco , Algerije, Tunesië ) Beide benamingen suggereren op zijn minst dat de herkomst van het dier niet al te goed begrepen werd. Tijdens de 18de eeuw beleefde de barbarie zijn hoogtepunt al was het maar omdat de begoede middenstand hem ten tonele bracht als curiosum net als de pauw tijdens de middeleeuwen.

In Frankrijk dat toen zijn gastronomische hoogdagen beleefde werd de barbarie natuurlijk opgenomen in het keukenrepertoire en het waren ook de Fransen die hem kruisten met de gewone eend om tot de hybride “ Mulard” te komen. In het Zuid-westen van Frankrijk ging men deze Mulards vetmesten om de levers te doen zwellen en zo hun fameuze “Pâté de foie de canard “ te maken.

De tamme barbarie heeft veel karaktertrekken van de wilde voorouder behouden zoals het zich stil houden bij naderend gevaar. Hun vliegvermogen hebben ze venwel grotendeels verloren omdat door de domesticatie de vleugels te klein en zwak zijn geworden en de dieren te zwaar. Enkel bij jonge dieren kan het nog wel eens voorkomen dat ze bij krachtige wind zich in hun jeugdig enthousiasme laten meedrijven met de wind na een fikse aanloop en dan enkele tientallen meters verder landen.

 

Bron: https://kippetjes.wordpress.com/